De boodschap in de kleedkamer was deze keer: meteen scherp aan de wedstrijd beginnen! De bekerwedstrijd tegen opponent SVF was namelijk eerder dit seizoen verloren door een nogal slap begin. Bij de warming up zagen we al dat er concentratie bij de jongens was. Minder gepraat; betere passes. En inderdaad: tegen de gelijkwaardige tegenstander uit Cothen zag het spel er van meet af aan verzorgd uit. Duels om de bal werden vaak gewonnen en DEV bleef lang in balbezit. Slimmerik Jip nam een razendsnelle in dribbel voor zijn rekening ; had geluk dat de bal via een hoedje binnenbleef en gaf een sublieme voorzet op Milan die beheerst afrondde: 0-1. Niet lang daarna pikte Mees de bal op in het midden en begon aan een mooie- snelle slalom door de verdediging. Het was zo dreigend dat hij met een woeste tackle ondersteboven werd gekegeld en meteen met een zak ijs op z’n knie naar de kant moest. Een bijna identieke situatie als in de bekerwedstrijd. Alleen kregen we er toen geen penalty voor en nu wel. Milan benutte die koelbloedig en zo werd het 0-2. De tegenstander reageerde daarop door nog harder te gaan spelen. Nu heb ik niks tegen fel voetbal – in tegendeel zelfs - maar als we de ene na de andere speler in tranen langs de kant hebben gaan we wel over een grens dacht ik. We kregen zo achtereenvolgens ook Milan en Ruben geblesseerd bij ons; de laatste zelfs twee keer. En dat allemaal nog in de eerste helft. Gelukkig konden we dat goed met de coaches en scheidsrechter overleggen en zo kreeg het duel weer een ‘schoner’ karakter.
Jammer van die lucky tegentreffers in de eerste helft die zo in 2-2 eindigde. Toch was er op dat moment nog niet echt reden tot zorg. De jongens bleven hard voor elkaar werken en leken toch niet geïntimideerd door de harde charges uit de eerste helft. Toch was het SVF die weer scoorde. Ook weer lucky: een eigen doelpunt van de verder hard werkende Twan. Voor hem stond een linie van Naut, Ruben en Niels die in de eerste drie kwarten van de wedstrijd precies de strijd leverde die we hadden afgesproken. Doordat Cothen er op dat moment niet doorheen kwam – en als dat wel gebeurde lette Jorden goed op – kwamen er ook weer kansen voor ons.
Ik ben ervan overtuigd dat als je de statistieken er op naslaat dat doorjagen op een keeper die een terugspeelbal krijgt in de meeste gevallen leidt tot balverlies van het team waar de keeper toe behoort. Dat kwam in elk geval uit toen Jip dat eens probeerde en zo de keeper dermate in verlegenheid bracht dat hij hem in de voeten van Gijs speelde. Die maakte zijn actie en zo was het weer gelijk: 3-3.
Iedereen had toen nog het idee: we gaan hier zo meteen met drie punten op de fiets naar huis. En toch bleek het laatste kwartier DEV te machtig. Daar waar onze jongens plotseling wel heel lankmoedig de strijd aangingen; zette SVF er juist een tandje bij. Voorin was er geen doorkomen meer aan, zo compact hadden ze het staan. De 4-3 ontstond doordat DEV niet op stond te letten bij een vrije trap. De laatste twee doelpunten kwamen allebei doordat er slecht werd omgeschakeld na een cornerbal en er twee, drie groene shirts vogelvrij voor Jorden verschenen. Zo kwam er een tergende 6-3 op het bord. Vreselijk balen als je zo goed begint en zo slap eindigt.
Maar dat mooie begin geeft de burger toch weer moed. Volgende week weer uit tegen die andere bekeropponent ’t Goy. Die moesten we nou maar eens pakken.