• Ik moest heel ver terug in de boeken – tot diep in de pupillentijd aan toe – om een wedstrijd te vinden die we met vier doelpunten verschil hadden verloren. Dat dat vandaag gebeurde was ook niet iets om hevig verbolgen over te wezen. UVV is een tegenstander die in het verleden een aantal grote namen heeft afgeleverd aan de professionele clubs. Zo heeft de schrijver dezes in zijn bescheiden voetbal carrière eens een bekerwedstrijd tegen een UVV team gespeeld met daarin John van Loen en Marco van Basten. Kansloos verloren mede door deze twee cracks die kort daarop naar respectievelijk FC Uitrecht en Ajax verhuisden. Zo konden we onze borst alvast nat maken en al snel bleek dat de Utrechters een uitstekende selectie mee naar Doorn hadden genomen met niet alleen veel individuele klasse-, maar ook mooi en verzorgd voetbal
    We hadden met onze jongens besproken om compact en met veel inzet de te verwachten storm tegemoet te treden. En dat deden ze ook.
    We hadden een opstelling gemaakt die weliswaar verdedigend was, maar ook kansen moest bieden aan snelle counters van onze zijde. Zo kwamen er echt wel een paar kansjes voor Gijs, Jip (die we met zijn snelheid en beweeglijkheid in de spits hadden gezet) en Bart. Die resulteerden helaas niet in een doelpunt, want we hadden gehoopt dat zo’n stiekeme treffer als gevolg zou kunnen hebben dat er wat chagrijn en frustratie bij de tegenstander zou ontstaan. Het liep helaas anders: al in de zevende minuut stond de 0-1 op het bord en niet zo veel later de 0-2 en zelfs de 0-3.
    Een reden was dat UVV van meet af aan met drie verdedigers stond waardoor ze telkens een vrije man op het middenveld konden vinden. Een tweede reden was dat we achterin vaste waarde Ruben moesten ontberen wegens Corona. Zo moesten we het e.e.a. omzetten wat onder meer tot gevolg had dat Niek een linie zakte. Al met al leverde dat iets robuuster spel op. Van robuust gesproken: we hadden met een wedstrijdleiding te maken die veel toestond waar de knapen van UVV aanvankelijk veel beter gebruik wisten te maken dan de onzen. Dat laatste was één van de thema’s in de kleedkamer en mede daardoor kwam DEV heel aardig uit de kleedkamer met meteen een enorme kans in een soort coproductie tussen Jip en Maurits. Dat had nog uitzicht gegeven op een resultaat, maar helaas waren het de gasten die uit een corner 0-4 scoorden en niet lang daarna ook nog de 0-5…
    Wat ik heel knap vond en een groot compliment waard is dat ons team geen moment verzandde in teleurstelling of de ‘koppies lieten hangen’. Integendeel: er werd nog een tandje méér strijd geleverd. Het was Jip die gebruik maakte van de regelvrijheid door met hand en tand een duel te winnen en Gijs in staat te stellen een doelpunt van grote schoonheid op het bord te brengen. 1-5; dan is de eer – met recht en reden – gered. Er kwam nog een knullige 1-6 tot stand helaas, maar daarop beloonde Jip zijn goede wedstrijd zelf ook nog met een doelpunt door alleen voor de keeper met zijn chocoladebeen rustig in de goede hoek te mikken. En zo kwamen we op die toch wat grote uitslag van 2-6.
    Maar zoals de jongens tot het eind toe hun best zijn blijven doen en gegeven hebben wat ze kunnen, zo kunnen wij als trainers ook het positieve zien van deze wedstrijd. Een verlies tegen een ploeg die beter is dan jijzelf, da’s geen schande. Als je daar bevlogen en hardwerkend tegenspel tegen kan bieden – en ook nog de nodige kansen krijgt – dan heb je het gewoon ook goed gedaan.
    Verleden week had ik de pest in toen het team onnodig verloor; nu overheerst toch vooral de trots